anesthesie - Chirurgen Sint-truiden - Chirurgen in het Sint-Trudo Ziekenhuis te Sint Truiden

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

anesthesie - Chirurgen Sint-truiden

Online brochures

Een heelkundige ingreep wordt uitgevoerd onder verdoving. Dankzij de moderne anesthesietechnieken zijn complexe ingrepen mogelijk.
De collega anesthesist zorgt ervoor dat U tijdens de ingreep niets voelt en waakt over U.
Er zijn verschillende vormen van anesthesie: algemene anesthesie of narcose, regionale anesthesie ( bv. een ruggeprik ), lokale anesthesie.


De anesthesist:
De anesthesist is een geneesheer specialist die deel uitmaakt van het ‘operatieteam’ . Tijdens de operatie zorgt de anesthesist voor de verdoving, waakt over U en stuurt bij waar nodig. De anesthesist neemt als het ware de controle over Uw lichaam over zodat de chirurg veilig zijn werk kan uitvoeren. Met behulp van speciale apparatuur waakt de anesthesist over en regelt oa. uw bloeddruk, hartslag en ademhaling. Verder regelt de anesthesist de vochttoevoer.
Bij ernstig bloedverlies krijgt U bloed toegediend.


Voorbereiding:
Op de raadpleging krijgt U een preoperatief dossier mee dat reeds deels ingevuld is door Uw chirurg. U dient dit dossier aandachtig te lezen en in te vullen daar waar dit gevraagd wordt.
Het is essentieel dat we volledig en waarheidstrouw op de hoogte zijn van Uw medische voorgeschiedenis, conditie, medicijngebruik, allergieën, eerder doorgemaakte heelkundige ingrepen en eventuele reacties hierop.
Met dit dossier dient U zich aan te melden op de Dienst Vooropname (Gelijkvloers - blauwe pijl) . Boven de leeftijd van 50 jaar wordt een elektrocardiogram en een bloedanalyse aangeraden.

Zo nodig dient U eveneens de anesthesist te zien en dienen bijkomende onderzoeken de operatie vooraf te gaan.
De anesthesist zal ook met U het type verdoving en de postoperatieve pijncontrole bespreken. Voor een algemene anesthesie dient U nuchter te zijn. Dit is echter in dringende gevallen niet altijd mogelijk.
Belangrijke medicatie neemt U in met een slokje water de ochtend van de operatie. Stoppen met roken voor de operatie is een goed idee als dit minstens 10 dagen voor de ingreep is.
Dit verkleint de kans op longproblemen na de operatie.


Soorten anesthesie:

Algemene anesthesie – narcose:
In de uren voor de ingreep krijgt U vaak medicatie toegediend om rustiger te zijn. Indien nodig neemt U een slaapmiddel de avond voor de ingreep.
Bij aankomst in de operatiekamer en na installatie op de operatietafel zal de anesthesist eerst zijn werk doen: infuus prikken, U aankoppelen aan de apparatuur ( klevers op de borst om Uw hart te volgen, knijper op de vinger om het zuurstofgehalte in het bloed te volgen, band rond de bovenarm om de bloeddruk te volgen ), medicatie toedienen om U in een slaaptoestand te brengen.
Kleine kinderen krijgen vaak eerst een kapje met anesthesie-gassen vooraleer ze geprikt worden.
Indien U een pijnpomp krijgt via een ruggeprik gebeurt dit voordat U slaapt.
U wordt in slaap gehouden door medicatie via het infuus en/of de ‘inhalatiegassen’. Doel is dat U slaapt, geen pijn lijdt en alle spieren volledig ontspannen zijn. Dat betekent ook dat de ademhaling volledig overgenomen wordt via een buis in de luchtwegen. Soms zijn bijkomende medicijnen nodig.


Regionale anesthesie:
Enkel het gebied waar de operatie plaatsvindt is gevoelloos.
U bent wakker. Indien U dit niet wenst kan een slaapmiddel toegediend worden. U ziet in principe niets van de ingreep gezien het operatieveld afgedekt is met operatiedoeken.
Soorten: bij een ruggeprik is de onderste helft van het lichaam gevoelloos; bij een okselprik is de arm gevoelloos.
De prik is niet meer pijnlijk dan een gewone injectie. Het gebied wordt warm, slap en gevoelloos. Als de verdoving begint uit te werken, kunnen er zich tintelingen voordoen in het lichaamsdeel.


Lokale anesthesie:
Deze mag door elke geneesheer toegediend worden. Het is dan ook de chirurg zelf die U de lokale verdoving zal toedienen.


Na de operatie:
Na de operatie wordt U naar de ontwakingsruimte of recovery gebracht. Daar wordt U opgevolgd ( bloeddruk, hartslag, ademhaling, algemeen welzijn, zuurstofgehalte in het bloed, etc. … ).
Indien U goed wakker bent en de toestand stabiel en veilig is mag U terug naar de kamer.
Indien nodig mag U altijd wat bijvragen tegen de pijn of de misselijkheid.
De mogelijke irritatie in de keel is te wijten aan het buisje dat zich in Uw keel bevond en verdwijnt na enkele uren, soms pas na enkele dagen.



Telefoonnummer secretariaat anesthesie: 011/699420
Telefoonnummer vooropname: 011/699115

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu