Hoofdmenu:
Inleiding
Normaal gezien heeft de maag een grote capaciteit zodat je een grote hoeveelheid voedsel kan eten vooraleer een verzadigingsgevoel te hebben.
Na passage door de maag wordt het voedsel verteerd en opgenomen ter hoogte van de dunne darm.
Onverteerde voedselresten en vezels passeren de darm tot ze worden uitgescheiden.
Er bestaan verschillende operatieve technieken in de behandeling van zwaarlijvigheid, om je dus te helpen vermageren.
Sommige operaties zorgen ervoor dat de hoeveelheid voedsel dat je kan eten tijdens een maaltijd sterk wordt beperkt (restrictie).
Andere operaties zorgen er weer voor dat het opgegeten voedsel minder door het lichaam wordt opgenomen (malabsorptie).
Sleeve ( = mouw ) gastrectomy ( = maagresectie ) is een relatief recente operatietechniek.
Hierbij wordt een groot deel van de maag verwijderd, waarbij enkel een maagbuis, ter grootte van een banaan, overblijft. De Sleeve Gastrectomy werkt hoofdzakelijk doordat de hoeveelheid voedsel dat je tijdens een maaltijd kan eten sterk wordt beperkt, zonder overblijvend hongergevoel en met een langdurig volheidsgevoel ( restrictieve ingreep ) .
Bovendien bevat het deel van de maag dat weggesneden wordt cellen die ghreline produceren. Ghreline is een stof die de eetlust opwekt.
Na een Sleeve Gastrectomy zou de drang om te eten dus sterk verminderen. In principe ziet men veel minder dumping symptomen dan na een gastric bypass.
Deze ingreep is onomkeerbaar gezien een groot deel van de maag verwijderd wordt. Indien een strikt maaltijdregime aangehouden wordt, volgt een drastisch gewichtsverlies.
Sleeve Gastrectomy kan als een definitieve ingreep uitgevoerd worden, maar soms ook als een voorbereidende ingreep op een laparoscopische gastric bypass bij extreme zwaarlijvigheid ( BMI > 50 kg/m² ) .
De voorbereiding tot ingreep
Als na grondige overwegingen besloten wordt tot het uitvoeren van een ‘Sleeve Gastrectomy’ operatie worden gewoonlijk een aantal preoperatieve onderzoeken uitgevoerd.
Deze onderzoeken zijn afhankelijk van patiënt tot patiënt en kunnen onder andere enkele van de onderstaande onderzoeken omvatten:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Het is aan te raden minstens twee weken ( liefst 6 weken ) voor de ingreep op te starten met een caloriearm ( en proteïnerijk ) dieet.
De operatie wordt aanzienlijk vergemakkelijkt door gewichtsverlies en afname van het volume van de lever.
Indien je regelmatig medicatie neemt dien je dit aan je chirurg te melden.
Zeker indien het gaat om bloedverdunnende medicatie (anticoagulantia, aspirine, anti-
De dag van de ingreep blijf je nuchter vanaf middernacht de nacht ervoor.
Sommige medicatie mag je ’s ochtends nog innemen met een klein beetje water. Je chirurg zal je hierover inlichten.
De ingreep heeft plaats onder algemene anesthesie (volledige verdoving) en duurt twee tot drie uur.
Algemene inlichtingen die gelden voor alle laparoscopische ingrepen
In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand.
Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort ‘luchtbel’ worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te blazen.
Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas.
Deze werkruimte (de ‘luchtbel’) kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand.
Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg ‘trocars’, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik.
Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht.
Deze kokers worden aangebracht door kleine insnijdingen in de huid op de buikwand.
Vervolgens gebeurt de operatie ‘met gesloten buik’ want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm.
Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders.
Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas kan bij het einde van de operatie nooit volledig worden verwijderd.
Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd.
De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele dagen na de operatie.
De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn uiteraard niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met ‘open buik’.
Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt.
Deze instrumenten zijn ‘wegwerpbaar’, d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie.
Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV.
Deze meerkost kan voor sommige operaties worden toegevoegd aan de faktuur van de patiënt.
U moet dan ook voor de operatie aan uw chirurg de nodige inlichtingen inwinnen over de eventuele financiële kost te uwen laste.
De ingreep
Bij de laparoscopische Sleeve Gastrectomy operatie creëert men een lange en nauwe buismaag met een inhoud van ca. 100 ml. Een groot stuk van de maag wordt dus verwijderd.
De operatie wordt uitgevoerd via vijf werkkanalen ( trocars ) van 5 tot 12 mm doormeter.
Met behulp van nietjes wordt de maagbuis gevormd. Een deel van de maaguitgang wordt bewaard om een goede maaglediging te behouden.
Een tekening verduidelijkt dit:
De complicaties
1. tijdens de ingreep of de periode onmiddellijk na de ingreep:
De Sleeve Gastrectomy operatie is een vrij grote operatie en door je overgewicht heb je een grotere kans op complicaties in vergelijking met iemand zonder overgewicht.
Sommige complicaties kunnen zich voordoen tijdens de operatie of in de periode onmiddellijk na de operatie tijdens de ziekenhuisopname.
De volgende complicaties kunnen zich bij wijze van voorbeeld voordoen:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Deze lijst is niet volledig.
Er is een zeer klein doch niet onbestaand risico op overlijden ten gevolge van complicaties.
Uiteraard worden speciale maatregelen genomen om het risico op deze complicaties zo klein mogelijk te houden.
Complicaties die de normale hospitalisatieduur verlengen zijn zeldzaam.
2. complicaties in een later stadium na de ingreep.
Behalve de bovenvermelde complicaties kunnen zich later ook nog andere complicaties voordoen.
We vermelden opnieuw de meest voorkomende. Ook deze lijst is niet volledig.
Vertraagde wondheling
Door de aanwezigheid van veel onderhuids vet zijn de wondranden soms slecht doorbloed.
Dit is soms verantwoordelijk voor een vertraagde wondheling. Dit betekent dat de huid soms over een gedeelte van de wonde opnieuw open komt te staan na verwijderen van de hechtingen.
Als dit vocht geïnfecteerd is spreken we van een wondinfectie.
Soms beslist de chirurg zelf om de huid opnieuw wat te openen om een vochtcollectie te draineren.
De opening in de huid groeit steeds vanzelf weer dicht.
Littekenbreuk
Op de plaats van het litteken kan soms een breuk ontstaan. Door de incisie wordt namelijk een zwakke plaats in de spierwand van de buik veroorzaakt.
Een breuk wordt heelkundig hersteld.
Obstructie
Ten gevolge van vergroeiingen in de buik die zich bij om het even welke ingreep in de buik kunnen voordoen kan de normale darm doorgang soms worden belemmerd.
Soms is een ingreep nodig om deze vergroeiingen los te maken.
Galstenen
Na de operatie bestaat een verhoogde kans op het ontwikkelen van galstenen, waarschijnlijk ten gevolge van de verminderde inname van vetten.
IJzer, foliumzuur, vitaminen en mineralen tekorten
Deze tekorten kunnen zich voordoen, voornamelijk tijdens de periode dat je vermagert.
Op aanwijzing van je chirurg neem je best van in den beginne ijzer, foliumzuur, vitaminen en mineralen supplementen.
Op regelmatige tijdstippen wordt een bloedonderzoek verricht om eventuele tekorten op te sporen.
Bij vitamine B12 tekort dient dit soms met injecties te worden gecorrigeerd.
Haarverlies
Haarverlies treedt vaak op bij snel vermageren. Ongeveer de helft van de patiënten ondervinden dit in meer of mindere mate het eerste jaar na de ingreep.
Het haarverlies is echter tijdelijk en nooit volledig.
Vernauwing aan de uitgang van de maag
Zelden kan de nieuwe maaguitgang vernauwen en aanleiding geven tot overmatig braken.
Oprekken van de vernauwing via gastroscopie of onder radiografische controle kan dit verhelpen.
Zelden is een nieuwe operatie noodzakelijk.
Maagzweer
Een zweertje in de buurt van de nieuwe maaguitgang kan zelden optreden.
Dit kan meestal worden behandeld met medicatie die de zuurproductie in de maag afremt.
Gewichtstoename na de ingreep
Hiervoor kunnen een aantal redenen zijn: dieetfouten, uitzetten van de maagbuis, veranderde stofwisseling ( metabolisme ), …
Het postoperatieve dieet
Het uiteindelijke doel van de ingreep bestaat erin dat je tijdens één maaltijd ongeveer de portie van een voorgerecht zal kunnen eten.
Vooraleer je dit stadium bereikt dient je dieet verschillende stappen te doorlopen. We zullen ze kort even overlopen.
Het is nuttig je hierbij te laten helpen door een dietiste.
Stadium 1 – Gemixte voeding
De eerste 4 –6 weken na de ingreep moet alle voedsel worden gepureerd en de hoeveelheid per maaltijd mag niet meer bedragen dan twee eetlepels.
De nieuwe maag heeft zich immers nog niet kunnen aanpassen en er zal nog zwelling aanwezig zijn ten gevolge van de operatie.
Je mag ongelimiteerd drinken (geen gashoudende dranken) maar wacht tot 20 minuten na de maaltijd en drink nooit grote hoeveelheden in één keer maar wel regelmatig.
Je kan ook gebruik maken van proteïnerijke maar caloriearme dranken.
Stadium 2 – Malse voeding
Na 4 – 6 weken zal de nieuwe maag wat zijn uitgezet en de zwelling grotendeels verdwenen.
Je kan nu malse voeding eten die niet hoeft te worden gepureerd. De hoeveelheid bedraagt nu maximaal 4 eetlepels per maaltijd.
Brood en rood vlees is echter niet toegelaten de eerste 10 weken na de ingreep.
Stadium 3 – Vaste voeding
Ongeveer 10 weken na de ingreep mag alles gegeten worden. De hoeveelheid vanaf nu bedraagt ongeveer de grootte van een voorgerecht.
Om een goed gewichtsverlies te bekomen eet je best een uitgebalanceerde voeding zonder teveel vetten of suikers.
Overschakelen naar een volgend stadium in het postoperatieve dieet zal steeds gebeuren op aanwijzing van je chirurg.
Slotbemerkingen
Om goede resultaten te bekomen en het complicatierisico zo laag mogelijk te houden is een goede opvolging na de ingreep uiterst belangrijk.
Dit gebeurt zowel door de chirurg en/of de endocrinoloog als door de huisarts. De diëtiste kan je eveneens bijstaan in het samenstellen van je maaltijden.
Aarzel dan ook niet om buiten de geplande bezoeken één van beide te contacteren wanneer je denkt dat er iets mis is of een probleem is opgetreden.
Enkele punten dienen nog te worden benadrukt:
Lichaamsbeweging
De eerste weken na ontslag zal je je nog moe voelen. Je zal geleidelijk je dagelijkse activiteiten moeten hernemen.
Autorijden wordt best vermeden de eerste weken na de ingreep. Heffen wordt best vermeden de eerste drie weken.
Indien nodig zal een werkonbekwaamheidsattest worden opgemaakt.
Nadien is het van groot belang een gezonde lichaamsbeweging te hebben om het resultaat van de ingreep te optimaliseren en spierafbraak tijdens de vermageringsfase te vermijden.
Zwangerschap
De ingreep staat een eventuele latere zwangerschap niet in de weg. Soms worden vrouwen zelfs meer vruchtbaar bij het vermageren.
Zwangerschap wordt best wel vermeden tijdens de vermageringsfase (eerste 12 – 18 maanden na de ingreep ).
Bij eventuele zwangerschap is regelmatige inname van de ijzer, foliumzuur, vitaminen en mineralen supplementen van nog groter belang.
Alcohol
Na de ingreep wordt alcohol sneller en beter opgenomen in de bloedbaan. Je dient ermee rekening te houden dat indien je een voertuig dient te besturen het wettelijk maximum gehalte sneller wordt bereikt.
Wanneer moet u uw chirurg contacteren ?
Naast de postoperatieve controle waarop u wordt uitgenodigd, moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld het volgende vaststelt :
-
-
-
-
-
-
-